Wat doet NABB?
Het Nationaal Adviesbureau Buitenreclame (NABB) richt zich op advisering, optimalisatie en ordening van buitenreclame in Nederland. NABB werkt samen met gemeenten, provincies, exploitanten en andere stakeholders om de maatschappelijke, ruimtelijke en economische waarde van buitenreclame in balans te houden. Dat gebeurt onder meer via beleidsondersteuning bij aanbestedingen en concessies, toetsing aan welstands- en omgevingskaders, en het uitwerken van heldere randvoorwaarden voor plaatsing, onderhoud en exploitatie.
Wat valt onder buitenreclame?
Buitenreclame omvat alle uitingen in de openbare ruimte of in semi-publieke omgevingen die voor passanten zichtbaar zijn. Denk aan abri’s (reclame in bushokjes of onderdakconstructies), billboards en reclamezuilen langs (stads)wegen, digitale citydisplays, lichtmastreclame en uitingen in stations of winkelgebieden. De impact van deze media ligt niet alleen op commercieel vlak; ze beïnvloeden ook de beleving en uitstraling van de stad. Daarom is er behoefte aan een consistent reclamebeleid dat publieke belangen—veiligheid, leefkwaliteit, esthetiek en duurzaamheid—waarborgt.
Abri’s en “onderdak”-reclame
Abri’s combineren een functionele voorziening (schuilgelegenheid voor reizigers) met een reclamevlak. Bij de toepassing van abri’s spelen inpassing in het straatbeeld, positionering ten opzichte van kruisingen en toegankelijke doorlooproutes een rol. Ook onderhoud, verlichting en vandalismebestendigheid maken deel uit van de concessievoorwaarden. Een goed reclamebeleid beschrijft expliciet waar abri’s zijn toegestaan, welke formaten en lichtsterktes gelden en hoe beheer en schoonmaak zijn geborgd.
Billboards en grote reclamevlakken
Billboards zijn grote, opvallende dragers op strategische locaties. Ze vragen om strikte randvoorwaarden zodat verkeersveiligheid, zichtlijnen en omgevingskwaliteit niet in het gedrang komen. Belangrijke aandachtspunten zijn:
- Zicht en verkeer: geen belemmering van zicht op kruisingen of oversteekplaatsen en geen afleiding in complexe verkeerssituaties.
- Formaat en schaal: maxima voor hoogte en oppervlakte, passend bij de schaal van de locatie (binnenstad, woongebied, buitengebied).
- Licht en dynamiek: begrenzing van lichtsterkte, aan-/uit-tijden en wisselfrequentie bij digitale schermen om hinder te voorkomen.
- Vergunning en welstand: toetsing aan omgevingsplan/welstandscriteria en, waar van toepassing, expliciete concessievoorwaarden.
- Onderhoud en veiligheid: eisen aan constructie, inspecties, vandalismebestendigheid en nette staat.
- Duurzaamheid: voorkeur voor energiezuinige technieken (bijv. LED), circulaire materialen en minimale lichtvervuiling.
Deze punten horen expliciet en meetbaar te zijn vastgelegd in het lokale reclamebeleid, zodat beoordeling, handhaving en aanbesteding voorspelbaar en juridisch houdbaar zijn.
Diversiteit aan mogelijkheden en de “juiste plek”
Buitenreclame kent veel verschijningsvormen. In centrumgebieden kan men kiezen voor compacte citydisplays met hoge informatiedichtheid, terwijl langs stedelijke uitvalswegen grotere formaten wenselijk kunnen zijn voor leesbaarheid op rijsnelheid. In historische binnensteden ligt de nadruk vaak op terughoudendheid en samenhang met de architectuur, waar in moderne woonwijken de verblijfsfunctie en sociale veiligheid (zichtlijnen, verlichting) zwaar wegen. Het uitgangspunt is telkens: de juiste drager op de juiste plek, ofwel “locatie stuurt formaat en techniek”. Een consistent reclamebeleid vertaalt dit naar duidelijke zoneringen en locatieprofielen.
Hoe ziet een stevig reclamebeleid eruit?
Onder reclamebeleid verstaan we de set normen, criteria en procedures waarmee een gemeente of terreinbeheerder buitenreclame ordent. Een stevig beleid behandelt in elk geval:
- Toelaatbaarheid: welke dragers waar zijn toegestaan (zonering), inclusief uitzonderingen (bijv. beschermde stadsgezichten).
- Randvoorwaarden: formaten, hoogtes, minimale afstanden tot gevels/ramen, lichtsterkte, wisseltempo en beeldkwaliteit (resolutie, contrast).
- Procedure: vergunningplicht, toetsingskaders (omgevingsplan/welstand), participatie en bezwaar.
- Concessies: privaatrechtelijke afspraken met exploitanten over plaatsing, beheer, onderhoud, data- en rapportageverplichtingen.
- Inhoudelijke grenzen: categorieën die zijn uitgesloten (bijv. leeftijdsgebonden producten) en afspraken over maatschappelijke boodschappen.
- Handhaving: meetbare eisen, termijnen voor herstel en sancties bij overtreding.
Daarmee biedt het beleid zowel ruimtelijke kwaliteit als rechtszekerheid voor initiatiefnemers en bewoners. Cruciaal is dat het reclamebeleid concreet, meetbaar en consistent toepasbaar is—bij voorkeur met illustraties, locatieprofielen en voorbeeldopstellingen.
Publiekrechtelijk versus privaatrechtelijk sturen
Gemeenten combineren vaak publiekrechtelijke instrumenten (APV, omgevingsplan, welstand) met privaatrechtelijke sturing (concessies en raamovereenkomsten). Publiekrechtelijk leg je generieke regels vast voor iedereen; via concessies maak je specifieke, handhaafbare afspraken met exploitanten over aantallen objecten, formats, kwaliteit, onderhoud, monitoring en afdracht. In de praktijk werkt een hybride aanpak het best: algemene spelregels in het omgevingsrecht, plus scherp geformuleerde concessievoorwaarden die exploitatie en beheer concreet borgen.
Actualiteit: digitalisering en duurzaamheid
De snelle opkomst van digitale dragers vraagt om heldere normen voor licht, animatie, wisselfrequentie en storingsafhandeling. Ook neemt de aandacht toe voor energieverbruik, circulaire materialen en reductie van lichtvervuiling. Door deze aspecten expliciet op te nemen in het reclamebeleid blijven innovatie en omgevingskwaliteit in evenwicht en wordt draagvlak in de samenleving vergroot.
Kortom
Buitenreclame is een zichtbaar onderdeel van de openbare ruimte en vraagt om duidelijke, handhaafbare kaders. Door de diversiteit aan dragers (van abri’s tot billboards en digitale schermen) systematisch te koppelen aan locatieprofielen, veiligheids- en kwaliteitsnormen, ontstaat voorspelbaarheid voor alle partijen. Een helder en consistent reclamebeleid vormt daarbij de spil: het beschermt de leefomgeving, ondersteunt economische waardecreatie en geeft richting aan innovatie en duurzaamheid. Zo blijft het medium effectief én passend bij de ambities van stad en samenleving.