Tag Archief van: hoofdartikel

We zijn weer onderweg

Lock-down of niet, we blijven reizen. We moeten de kinderen naar school brengen, boodschappen afhalen via click & collect, mantelzorg gaat gewoon door. En velen moeten gewoon toch naar hun werk. Iedereen ziet het op straat, tot 21 uur is het gewoon nog steeds druk, bijna Japanse drukte in de Rotterdamse metro.
De buitenreclamemarkt leeft van contacten. In de eerste golf van maart 2020 daalde het aantal passanten dramatisch, waarna er langzamerhand verbetering optrad totdat in de zomer het aantal reizigers weer een opwaarts patroon liet zien. 2,2 miljoen reizigers per week maken alweer gebruik van de metro in Amsterdam en Rotterdam. De toename van reizigers en passanten tijdens de huidige lockdown laten een veel sneller herstel zien, waardoor ook een sneller herstel van de buitenreclamemarkt mogelijk moet zijn.
De foto van de Rotterdamse metro geeft misschien een wat vertekend beeld, maar duidelijk is dat in Rotterdam (stad van werkers) de daling aanzienlijk minder is dan in Amsterdam. Natuurlijk verklaarbaar door het vertrek van de toeristen.
Laten we hopen dat we snel weer op ‘normale’ niveaus terugkeren.
Op basis van de mobiliteitstrends zoals deze door Apple gemeten worden, zien we het volgende beeld voor geheel Nederland (situatie t.o.v. 13 januari 2020):

Bron: COVID‑19 – Mobility Trends Reports – Apple Apple Mobility toont het relatieve aantal aanvragen voor routebeschrijvingen per land/regio, subregio of stad in vergelijking met een referentieaantal aanvragen (ijkpunt is 13 januari 2020).

OOH-markt daalde met 35% in 2020 naar €137 miljoen

De bestedingen aan buitenreclame (Out-of-Home/OOH en Digital Out Of Home/DOOH) zijn in 2020 met 35% gedaald. De omzet bleef op € 137,2 miljoen steken. In 2019 werd nog € 211,2 miljoen omgezet. De daling is volgens Outreach, de overkoepelende organisatie van OOH-exploitanten, volledig toe te schrijven aan de maatregelen rond COVID-19. Deze zorgden vanaf half maart voor een sterke afname van de mobiliteit van de Nederlanders, waardoor adverteerders minder ‘buitencampagnes’ lieten ontwikkelen.
Outreach is een samenwerkingsverband van Nederlandse buitenreclame-exploitanten. De cijfers van Outreach zijn afkomstig van hun 7 leden en veel andere exploitanten, namelijk Centercom, Clear Channel, Exterion Media, JCDecaux, Ocean, OV Media, Hillenaar Outdoor, CS Digital Media, Blow-up, OOHA Media, Bereik.nl en Schiphol Media. Deze bedrijven richten zich primair op de landelijke adverteerders van merken en diensten. Een aantal exploitanten van A0-reclame, lichtmastreclames en kleinere producten zijn echter niet opgenomen in de registratie. Naar verwachting (maar hier worden geen cijfers over gepubliceerd) zijn de reclamevormen die zich richten op tijdelijke evenementen nog zwaarder getroffen.
Uit de cijfers van Outreach blijkt dat de grootste daling in het tweede kwartaal zat. De bestedingen zakten toen met maar liefst 67% ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2019. Na een relatieve verbetering in Q3 met een daling van slechts 25%, als gevolg van de versoepeling van de corona-maatregelen, laat Q4 met -29% weer een sterkere daling in de omzet zien.
De verhouding tussen traditionele OOH en digitaal is in 2020 gelijk gebleven met onderweg kleine schommelingen per kwartaal. Uiteindelijk ging bijna € 90 miljoen naar traditioneel en iets meer dan € 47 miljoen naar digitaal. Dat is een verhouding van 65% tegen 35%.
Eric Kip, voorzitter Outreach en CEO van Exterion Media voorziet nog geen herstel van de markt zolang Nederland in een lockdown zit. Tegelijkertijd wijst hij op het feit dat er buiten nog steeds voldoende massa te bereiken is: “Exploitanten kunnen, met dank aan beschikbare data, het daadwerkelijk bereikte publiek ook goed inzichtelijk maken en adverteerders voor een afname op transparante wijze compenseren. Hiermee blijft buitenreclame juist ook in coronatijd een aantrekkelijk medium.”

Verduurzaming van bushokjes

Het ongelooflijke succes van de groene bushokjes in Utrecht (2018) leidde tot een hausse aan nieuwe duurzame ontwikkelingen. 2020 was het jaar waarin gemeenten duurzaamheid een belangrijk onderdeel lieten zijn bij aanbestedingsprocedures. Mede als gevolg hiervan hebben exploitanten en producenten een reeks van nieuwe producten geïntroduceerd. Drie ontwikkelingen springen in het oog:

  • Abri’s met groene (sedum) daken
  • Abri’s met zonnepanelen
  • Milieukostenindicator

Heel veel groene daken
Hoewel de milieueffecten van groene daken relatief beperkt zijn (minder CO2 en fijnstof, betere afwatering, verkoeling), is het zichtbare en positieve effect op de uitstraling van de openbare ruimte veel belangrijker. In de volgende steden zijn op grote schaal abri’s voorzien van sedum daken: Gouda (80x), Amersfoort, Nieuwegein (93x) Provincie Utrecht (200x). Binnen lopende contracten tussen exploitant en gemeente hebben (of worden binnenkort) diverse exploitanten (Clear Channel, Exterion Media, JCDecaux, RBL Outdoor) ook op kleinere schaal bestaande abri’s voorzien van groene daken (bv: Apeldoorn, Breda, Hengelo, Haarlem, Heerlen, Meijerijstad, Schiedam, Zaanstad). Maar niet alleen op daken, ook op zijkanten van abri’s (Amsterdam Vijzelstraat) zijn groene panelen geplaatst.
Zonnepanelen
Het energieverbruik van de verlichting in de abri en de reclamevitrine kan aanzienlijk verminderd worden als op de daken zonnepanelen aangebracht worden. Abri’s zonder reclamevitrine worden al langer voorzien van kleine zonnepanelen, omdat deze slechts beperkt stroom verbruiken. Abri’s met reclamevitrine kunnen inmiddels echter ook in hun stroomvoorziening gebruik maken van grotere zonnepanelen op daken. Dat gebeurt momenteel bij abri’s in Leiden en Amersfoort. Hiervoor zijn grotere investeringen nodig dan voor de groene daken en soms blijkt echter ook dat de kosten voor aansluiting op het energienet zeer hoog zijn.
Milieukostenindicator
Met de milieukostenindicator (MKI) kunnen aanbestedende diensten milieueffecten als uitstoot en grondstoffenverbruik in de hele (productie)keten van een oplossing meenemen bij de uitvraag en aanbiedingen vergelijkbaar maken. De milieukostenindicator berekent de maatschappelijke kosten als de optredende milieueffecten bij productie, gebruik en verwerking van een oplossing weer ongedaan gemaakt zouden moeten worden. Hoe lager de MKI-waarde, hoe duurzamer. Bij aanbestedingen in de steden Leiden en Amersfoort is gebruik gemaakt van deze systematiek. De gemeente Leiden werd met haar project voor de aanbesteding van duurzame bushokjes door het Ministerie van I&W zelfs genomineerd voor de KoopWijsPrijs (helaas net niet gewonnen).
PIANOo is hierop ingesprongen en heeft naar aanleiding van deze aanbestedingen een stappenplan gemaakt voor het inkopen van straatmeubilair met de milieukostenindicator.
NABB
NABB was als adviseur betrokken bij de grootste aanbestedingen (Utrecht, Leiden, Amersfoort, Nieuwegein, provincie Utrecht), waarbij – mede in samenwerking met de inkopende diensten – voor deze steden gezocht is naar de passende strategie en uitwerking van de aanbestedingsprocedure en programma van eisen. Ook in 2021 zullen weer diverse aanbestedingsprocedures uitgevoerd worden, waarbij we vanzelfsprekend gebruik zullen maken van de reeds opgedane kennis en ervaring.

2021 trends volgens Outreach

De branche-organisatie van de grootste buitenreclame exploitanten (Outreach) geeft in een persbericht haar visie op de trends en wil vanzelfsprekend 2020 zo snel mogelijk achter zich laten (wie niet?). Maar Outreach is positief: Eén ding staat vast, de omzetten zullen toenemen ten opzichte van 2020.
Wat brengt 2021 voor (digital) out of home, afgekort (D)OOH en wat zijn de belangrijkste trends?  De impact van het coronavirus op de (D)OOH-branche is in termen van omzet dramatisch te noemen, maar het heeft wel voor een versnelling van de digitale transformatie gezorgd. Programmatic buying heeft zich binnen DOOH in 2020 sneller ontwikkeld dan de jaren daarvoor en die versnelling zal zich in 2021 verder doorzetten. Flexibiliteit, kwaliteit van data en het in kaart brengen van mobiliteit zijn daarbij essentieel. Maar er zijn meer trends voor (D)OOH in 2021. Een overzicht.
Groei inventory (aantal reclamevakken/ objecten)
In 2021 zullen steeds meer branchevreemde partijen hun inventory op de markt gaan brengen. Het zijn veelal kleinere netwerken gericht op specifieke doelgroepen. Supermarkten, openbaar vervoersbedrijven en sportclubs zijn daar goede voorbeelden van. De behoefte aan standaardisatie en branche-afspraken neemt hiermee toe.
Regelgeving
In dat verlengde kan ook de toename van regelgeving voor vergunningsverlening van digitale schermen in de publieke ruimte en langs snelwegen worden genoemd. De branche moet nadenken over een zelfregulering met betrekking tot het plaatsen van schermen en de minimale technische specificaties waaraan schermen moeten voldoen. Dit alles om wildgroei en overlast te minimaliseren en daarmee de toename van negatieve sentimenten tegen te gaan.
Een ongelimiteerde groei van de inventory wordt door de branche per definitie als niet wenselijk geacht. Het werkt vooral kannibalisatie en prijsdruk in de hand. Het is in ieders belang (zowel van concessieverleners als exploitanten) om de voorraad op een gezond niveau te houden met daaraan gekoppeld een hoog kwaliteitsniveau.
Kwaliteit data en personeel
Ongeacht de ontwikkeling van digitaal ten opzichte van analoog, data gaat in beide segmenten een steeds belangrijkere rol spelen. Voor (massa-) bereiksdata geldt het al dan niet vernieuwde buitenreclame onderzoek (BRO) nog steeds als currency, maar daarbuiten zijn talloze andere databronnen beschikbaar om de planning, modelling en inzet van (D)OOH te rechtvaardigen en te ondersteunen. Dat kan variëren van actuele mobiliteits- en bereiksdata tot conversiedata op basis van targeting op zowel landelijk- als locatieniveau.
De ontwikkeling van digital en programmatic zorgt ervoor dat de planning van (D)OOH-campagnes niet meer exclusief is voorbehouden aan de OOH-planner. Online planners zullen steeds vaker te maken krijgen met (D)OOH als platform in plaats van of naast online video. Dat vergt ook een verhoogde mate van kwaliteit van de planners en systemen waarmee zij werken. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor de exploitanten.
Adverteerder wil impact en flexibiliteit
Ondertussen zullen adverteerders blijven zoeken naar het creëren van impact bij een groot publiek. Dat stelt hoge eisen aan de creatieve mogelijkheden van (D)OOH dat naast continue zichtbaarheid en het realiseren van massabereik in staat moet zijn om maatwerk te leveren voor specifieke campagnes. Tegelijkertijd heeft de coronacrisis geleerd dat adverteerders meer flexibiliteit willen bij de inzet van hun campagnes. Dat is een van de redenen dat programmatic versneld een vaste positie heeft gekregen als middel voor de inzet van DOOH-campagnes.

E-commerce in Out-of-Home

Het effect van online media is meestal direct te meten, terwijl bij out-of-home campagnes de impact lastiger vast te stellen is (zorgt het voor meer verkoop?). Media inkoopstrategieën veranderen in een versneld tempo en inkopers van reclame hebben steeds meer behoefte aan flexibiliteit. De volledig digitale reclame in de Amsterdamse metro bood CS Digital Media in de week van Black Friday de mogelijkheid een een nieuw product te lanceren: Oohrder. Negentien adverteerders draaiden een promotie op de digitale schermen . Laurens Pons, online marketeer van de MediaMarkt verwoordde het als volgt:
CS Digital Media laat op deze leuke en innovatieve manier zien hoe je crossmediale middelen kunt combineren en zo offline en online kunt samenvoegen. Je DOOH-campagne krijgt zo een awareness laag waar ook nog sales mee is te meten. Daarbij was ik blij verrast met de resultaten!
Wat is Oohrder?
De reiziger binnen het metronetwerk ziet de Oohrder campagne op de digitale schermen. De 19 vertoonde merklogo’s in combinatie met  hun speciale Black Friday deals, triggerde de reiziger om de getoonde QR code te scannen. Via de QR code kwam de reiziger op het online platform van Oohrder. Op Oohrder kon de reiziger een keuze maken uit alle merken en laatste deals welke op het metroscherm werden vertoond. Vanuit Oohrder werd men rechtstreeks doorgelinkt naar de website van het gewenste merk of artikel. Op deze website kon de consument gebruik maken van de special deal of andere producten shoppen tijdens het reizen of het wachten op de metro.
Voor de Black Friday campagne werd er afgerekend op basis van CPS (cost per sale) maar het is ook mogelijk op CPC (cost per click) en CPM (cost per 1000) af te rekenen. Deze afrekenvormen sluiten naadloos aan op de meetbaarheid van online marketing campagnes. CS Digital Media geeft dus een nieuwe wending aan de combinatie van DOOH en  E-Commerce, waardoor OOH nóg beter kan aansluiten op online media.
Klik hier voor uitleg van Oohrder zoals gebruikt voor de Black Friday.

Oproep tot verdraagzaamheid

Na de laatste nieuwsberichten van onthoofdingen, steek- en schietpartijen en mishandelingen roept exploitant Brouwer & Partners via haar digitale media op tot verdraagzaamheid. Ook een kracht van digitale buitenreclame!

A.Ermers, directeur van Brouwer & Partners: “ In deze tijden waarin steeds meer geweld en extremisme de kop opsteken, voelden we de noodzaak voor een tegengeluid, op al onze digitale schermen door het hele land.”

Weerstand tegen grote reclamemasten

Als je door een veganist onderzoek laat doen naar de ‘kwalitatieve opbrengsten’ van vlees ligt het onderzoeksresultaat vooraf vast. Deze gedachte kwam bij ons op toen we het advies lazen dat op 23 oktober 2020 door het College van Rijksadviseurs gepubliceerd is. De persoonlijke aversie van Benno Strootman (Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving) tegen grootschalige reclamemasten leidde tot een -ons inziens- persoonlijk pamflet en niet tot een gefundeerd en onafhankelijk onderzoek.
NABB adviseert sinds 2004 meer dan 175 gemeenten en andere overheidsinstellingen in Nederland en België op het gebied van buitenreclame (marktverkenning, reclamebeleid, aanbestedingen). Onze visie is gebaseerd op deze langdurige ervaring.
Conclusies & voorstel tot dialoog
Het advies en de aangedragen stellingen stroken niet met de waarheid. Onze belangrijkste conclusies zijn de volgende:
Via de Wet ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn zaken goed geregeld. Al of niet voortvloeiend hieruit zijn partijen (gemeenten, provincies, exploitanten, Rijkswaterstaat) al vaak met elkaar in dialoog op welke wijze reclame in de maatschappij (on)mogelijk is.
De vormgevingseisen en plaatsingscriteria zijn geregeld in het bestemmingsplan, Bouwbesluit, welstandsnota’s en het reeds bestaande afwegingskader van Rijkswaterstaat (de zogenaamde slagboomcriteria). Een verdere dialoog tussen gemeenten, provincies, exploitanten en Rijkswaterstaat is echter zeker zinvol. Want op basis van dat overleg kunnen gemeentes voor reclameposities op haar grond via haar aanbestedingsvoorwaarden mogelijk verbeterde eisen en criteria opstellen.
Gemeenten dienen naar onze mening deze verantwoordelijkheden te behouden, zij zijn namelijk zelf goed in staat te bepalen hoe hun openbare ruimte ingericht wordt. En opbrengsten realiseren via de verhuur van grond. Het zal iedereen duidelijk zijn dat gemeenten financieel in zwaar weer verkeren en (extra) inkomsten hard kunnen gebruiken.
Het groeiende aantal (illegale) reclameobjecten op privaat terrein en kantoren is naar onze mening een veel groter probleem dan de goed gereguleerde reclamemasten op gemeentelijk grondgebied.
Het ‘pamflet’ is te vinden op de website: ‘Wat doet dat daar (advies over lichtmasten in het landschap)
Er worden vijf adviezen gegeven aan de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Binnenlandse Zaken:

  1. Breng de huidige reclamemasten en andere reclamedragers in kaart.
  2. Ontwikkel een reclamebeleid voor de snelwegomgeving.
  3. Verbied nieuwe reclamedragers in de snelwegzone.
  4. Verbied de digitalisering van de bestaande reclamedragers.
  5. Handhaaf de bestaande regels.

Visie NABB
De adviezen van het college van Rijksadviseurs zijn gebaseerd op een aantal stellingen, welke wij hieronder tegen het licht houden.
A. Reclame rukt op en met name de snelweg wordt steeds meer een commerciële omgeving
Het aantal door gemeente vergunde reclameobjecten daalt de laatste 20 jaar significant (minder vrijstaande reclamevitrines, minder billboards). In 40 jaar tijd is het aantal commerciële reclamemasten gegroeid tot in totaal meer dan 120. In diezelfde periode is het aantal nieuwe snelwegen overigens sterk(er) gegroeid. Het aantal nieuwe masten groeit jaarlijks niet of nauwelijks (de komst van nieuwe reclamemasten wordt gecompenseerd doordat ook reclamemasten verdwijnen). Plannen voor nieuwe locaties sneuvelen vaak door ruimtelijke voorschriften.
De snelweg als commerciële omgeving wordt met name gevoed door de aan de snelweg ontwikkelde bedrijventerreinen, fastfood strips, restaurants, pick-up points van supermarkten, auto- en meubelboulevards (zie The Wall A2 Utrecht) met haar bedrijfsreclames en de vercommercialisering van de verzorgingsplaatsen (van de Rijksoverheid zelf). De begroting van veel gemeenten bevindt zich in zwaar weer en er wordt gezocht naar aanvullende inkomsten. Reclame-inkomsten uit een reclamemast kunnen daar een bijdrage in leveren. Een andere overweging voor een gemeente is dat een reclamemast als landmark kan fungeren voor een gemeente zelf dan wel de (bedrijfs)activiteiten in een regio.
B. De digitalisering van buitenreclame heeft een tweeledig negatief effect: door de beeldwisseling kunnen boodschappen niet meer ontlopen worden en ze stralen meer licht uit en dus meer opvallen.
Aan de digitalisatie kleven volgens de adviseur grote bezwaren, maar wetenschappelijk bewijs ontbreekt. Een persoonlijke aversie wordt met persoonlijke argumenten omkleed, terwijl juist het wetenschappelijke kader ontbreekt. De voordelen van digitalisatie worden nergens genoemd. Reclamemasten in het bijzonder hebben tegenwoordig een grotere (maatschappelijke) functie dan alleen de reclame. Ze worden door telecombedrijven (onzichtbaar) gebruikt om een goed landelijk communicatienetwerk te garanderen voor omwonenden, passanten en hulpdiensten. Ze zijn uitgerust met camera’s voor bewaking van de (verkeer)veiligheid door o.a. de VID en Rijkswaterstaat. De digitale schermen zijn gekoppeld aan nationale alarm netwerken zoals Amber Alert en NL Alert. Ze worden gebruikt voor crowd control relevante informatie waarmee steden nu al bezoekers en supportersstromen reguleren. Smart city achtige toepassingen. En natuurlijk, ze worden als communicatiemiddel gebruikt voor reclame en door de overheid zelf om maatschappelijke relevante issues te communiceren zoals Corona campagnes.
Digitale schermen stralen overigens (mits goed ingesteld) veel minder (strooi) licht uit dan de aangelichte reclames (circa 30 cd/m2 versus 90 cdm2). Op heel veel locaties gaat in de nacht de verlichting uit. Alle reclamemasten van de commerciële exploitanten voldoen aan de eisen van de NSVV ten aanzien lichthinder (een onafhankelijk instituut die met de Richtlijn Lichthinder juist een duidelijk werkbaar kader geschapen hebben).
Door de digitalisatie is er sprake van een grote vermindering van productie en ontzorging van PVC reclamedoeken en de logistieke handling door installatiebedrijven. Daarmee wordt een aanzienlijke CO2 reductie gerealiseerd.
Het zijn juist de illegaal geplaatste schermen die een smet werpen op de professioneel opererende reclamebranche. In dat kader is NABB het eens met het advies dat gemeenten actiever moeten gaan handhaven. Wij onderschrijven dat het bij veel gemeenten ontbreekt aan effectieve handhaving. Bedrijven plaatsen illegaal (ook vaak digitaal) borden op eigen terrein, aan panden of in weilanden. Wellicht dat de eerste druk op een openbare ruimte verlaagd kan worden door het uitoefenen van effectieve handhaving.
C. Wereldwijd groeit het maatschappelijk verzet tegen reclame in de openbare ruimte en het zijn steden die daarbij het voortouw nemen.
Dit is niet correct. Wij verwijzen naar een artikel op NABB van 1 mei 2020 (‘Rebellen tegen reclame‘) waar wij specifiek op dit onderwerp ingaan. Verder is het goed om te weten dat het aantal reclameobjecten in Nederland traditioneel veel lager is dan in de meeste omringende landen.
D. Als het steden lukt om de commerciële aanslag op de aandacht te verminderen, mag het landschap niet achterblijven. Juist in een landelijke omgeving moeten de strengst denkbare restricties gelden.
De reclamemasten zijn volgens de geldende procedures gerealiseerd. Vroeger hadden we in Nederland de Wet Ruimtelijke Ordening en de Woningwet. De omgevingsvergunning heette toen bouwvergunning en moest ook toen voldoen aan het bestemmingsplan. En afwijken van het bestemmingsplan via bijvoorbeeld artikel 19 WRO ging – net zoals nu – ook niet zo maar. De bouwplannen van reclamemasten (in landelijke gebieden) moeten net zoals ieder ander bouwwerk getoetst worden aan het bestemmingsplan. De grootste wettelijke zorgvuldigheid zit in het bestemmingsplan van de gemeente. De reclamemast moet daar aan voldoen. Als dat niet het geval is, kan er alleen in het geval van een goede ruimtelijke ordening van het bestemmingsplan worden afgeweken. Toetsing aan bijvoorbeeld provinciale verordening, welstandsnota’s en beoordeling door welstandscommissie komen in dergelijke gevallen dan ook in beeld.
 
 

OOH omzet daalt 25% in derde kwartaal

De gevolgen van de corona-crisis zijn voor de buitenreclamebranche ongekend. In het derde kwartaal van 2020 daalde de omzet met 25% ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2020. Year-to-date ligt de omzet nu 37% lager dan in 2020. Tot voor een paar weken geleden bestond de hoop dat het vierde kwartaal weer wat herstel zou kunnen laten zien, maar de komst van de tweede golf belooft echter niet veel goeds. Normaliter is de omzet in het vierde kwartaal het hoogst, zodat naar alle waarschijnlijkheid de jaaromzet van alle deelnemende exploitanten nog scherper zal dalen.
Outreach voorzitter Eric Kip meldt in het persbericht: “Helaas hebben we gezien dat out of home ook in het 3e kwartaal nog steeds sterk onder druk stond. Dit ondanks het feit dat Nederland tijdens de zomervakantie massaal in eigen land op vakantie is geweest en iedereen buiten uitgebreid heeft kunnen genieten van het heerlijke weer. Het is duidelijk dat de tweede golf Covid-19 besmettingen een verdere negatieve impact op het jaarresultaat zal hebben. Hoe groot het negatieve effect precies zal zijn is op dit ogenblik nog niet in te schatten.”
Outreach meldt dat het aandeel van traditionele buitenreclame (dus analoge posters) licht gestegen is van 63% naar 67%. Een opvallende trendbreuk, omdat sinds 2015 het aandeel van digitale buitenreclame steeds sterk steeg. Een mogelijke verklaring (visie NABB) is dat vanaf dit jaar de omzet op NS niet meer meegenomen wordt in opgaves van Outreach en zoals bekend was een significant deel van de digitale omzet afkomstig van de schermen op NS stations.
Bron: persbericht Outreach 23 oktober 2020
 
 

Buitenreclame exploitanten zien voorzichtig herstel

Toename mobiliteit vormt basis voor herstel van OOH-markt
De persconferentie van het kabinet op zondag 15 maart was het startsein van de intelligente lockdown van Nederland. Dat is ook goed te zien in de mobiliteitscijfers, die vanaf die datum en masse kelderden (bron: Apple Mobility Trends Reports, 13 januari 2020 = 100). De mobiliteit van de automobilist en voetganger ligt echter  inmiddels weer boven het oude niveau, maar het openbaar vervoer doet duidelijk langer over het herstel. Vooral het thuiswerken is de belangrijkste verklaring hiervoor.
Deze toename van de mobiliteit kan de basis leggen onder het mogelijke herstel van de omzetten in de out of home-markt, waar in de eerste helft van dit jaar 44% van het budget werd ingeleverd. Deze daling geldt zowel voor de traditionele vormen van out of home als voor digital (DOOH). In totaal werd € 54,5 miljoen omgezet in de eerste twee kwartalen van 2020. In 2019 werd in dezelfde periode ruim € 97 miljoen aan reclameruimte verkocht.
Uit de cijfers van Outreach, de gezamenlijke marketingorganisatie van de grootste out of home exploitanten in Nederland, blijkt dat vooral het tweede kwartaal dramatisch is geweest. De omzet liep maar liefst 67% terug in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2019. Ook hier geldt dat de afname vrijwel gelijk is verdeeld over traditioneel (-68%) en digital (-66%).
2020 zal de boeken ingaan als een verloren jaar. Eric Kip, voorzitter van Outreach, ziet echter wel een voorzichtig herstel: “Adverteerders hebben vrijwel niet geadverteerd in het tweede kwartaal. Gedurende de zomerperiode hebben de adverteerders de communicatie met hun doelgroepen weer stap voor stap opgestart. Er zijn zelfs weken waarin OOH weer een gezonde bezettingsgraad heeft gehad en dat is een goed signaal. Niet alleen voor out of home, maar voor de hele mediabranche.”
Bron: persbericht Outreach

Meer grote digitale schermen in shopping centers van blowUP media

Ondanks de corona mediadip blijft digitale buitenreclame groeien. Exploitant blowUP media is een samenwerking aangegaan met shopping center specialist Klépierre. Hun netwerk (merknaam The Collective®️) is uitgebreid met schermen in Hoog Catharijne in Utrecht, Alexandrium Shopping Center en de Markthal in Rotterdam.

In het persbericht geef Harry Dekker, Media Director Unilever Benelux een mooi statement af: “Hoewel sinds maart de wereld in alle opzichten kleiner lijkt te zijn geworden en merken aan zichtbaarheid in het straatbeeld hebben ingeleverd, zien wij ook dat consumenten meer dan ooit op zoek zijn naar verantwoorde keuzes en merken die zij kunnen vertrouwen. Met de lancering van Lipton Herbal Ice Tea – een verfrissend drankje, gemaakt van 100% natuurlijke ingrediënten en laag in suiker en calorieën – hebben wij bewust gekozen voor The Collective® van blowUP media om een krachtig brand statement voor deze innovatie te maken.”

Javier Cuellar, Country Managing Director Nederland Klépierre: “Digitalisering van onze winkelcentra is niet alleen vooruitstrevend, maar ook een essentieel middel voor de toekomst van communicatie en retailtainment. We zijn daarom ongelooflijk trots dat we in onze (winkel)centra meer exposure aan merken kunnen bieden. Door deze samenwerking met blowUP media kunnen de moderne digitale schermen bijdragen aan de customer journey van onze bezoekers, door hun ervaring te verbeteren en hen de kans te geven betrokken te zijn.”

Heroriëntatie Hillenaar Outdoor

Hillenaar Outdoor is al vele jaren een bekende naam en exploitant in de buitenreclamemarkt. Jeroen Hillenaar begon in 1990 Hillenaar Outdoor Advertising. Deze buitenreclame exploitant groeide uit tot een landelijke speler. In 2001 kocht het Amerikaanse Clear Channel dit bedrijf, dat nog een periode Clear Channel Hillenaar heette. In 2016 verliet hij dit bedrijf. Maar de liefde voor buitenreclame bleef bestaan en door het verkrijgen van een aantal buitenreclame concessies werd opnieuw Hillenaar Outdoor opgericht in 2017. Met een focus op digitale reclame, maar ook met een flink aantal abri concessies.
De corona crisis noopte het bedrijf tot een strategische heroriëntatie:
(1) Hillenaar Outdoor verschuift haar focus naar digitale reclamemasten
In het persbericht meldt het bedrijf het volgende:
“Nieuwe media in Den Haag, Breda en Maastricht. Vanaf nu focussen we ons volledig op Digitale Reclamemasten langs snelwegen en zetten we die ambitie om in uitbreidingen. Naast de twaalf huidige masten in het portfolio komen er op korte termijn vier bij in de genoemde steden. Hillenaar Outdoor bestaat sinds 2017 en is razendsnel gegroeid. We hebben een belangrijke positie verworven in de Nederlandse reclamewereld. Speerpunt daarbij zijn al vanaf de start digitale media.

Op dit moment zijn we – met twaalf absolute A locaties – al een belangrijke speler op het gebied van Digitale Reclamemasten langs snelwegen. Die positie verstevigen we nu in hoog tempo met de komst van vier nieuwe masten. In respectievelijk Breda (langs de A58 en A16), Den Haag (A12) en Maastricht (A2). Op iets langere termijn komen daar nog eens twee masten bij. Het totale portfolio van Hillenaar Outdoor omvat op dat moment maar liefst 18 locaties. Deze zijn gesitueerd langs de drukste snelwegen van Nederland. Vanzelfsprekend zijn beperkt bewegende en HTML5 campagnes mogelijk en kunnen campagnes ook Programmatic worden ingekocht, waardoor er optimaal ingespeeld kan worden op relevantie en actualiteit.”
Naast Ocean Outdoor en OOHA Media is Hillenaar Outdoor dus de derde partij die landelijk digitale reclamemasten beheert en exploiteert.
(2) Clear Channel en 2C nemen 1.200 analoge buitenreclamevakken over van Hillenaar Outdoor
Hillenaar Outdoor heeft de concessierechten voor ruim 40 gemeenten (met in totaal 1.200 reclamevakken) verkocht aan 2C (Concessions Company). Clear Channel Nederland neemt de exploitatie van deze vakken voor haar rekening. Clear Channel Nederland werkt nauw samen met 2C. Hierbij onderhoudt 2C het contact met de gemeenten en exploiteert Clear Channel het bij 2C in onderhoud zijnde stadsmeubilair aan lokale, nationale en internationale adverteerders. Deze samenwerking bestaat al een aantal jaar.
“Met de toevoeging van deze vakken aan ons netwerk realiseren we een verdubbeling van bereik in de regio’s Rotterdam, Delft en Groningen. Het aantal contacten in dezelfde regio’s zien we zelfs méér dan verdubbelen. Wij zijn daarom erg tevreden over deze overname en over deze uitbreiding van ons netwerk. Deze uitbreiding, samen met de recente winst van Leiden, Gouda en Capelle aan den IJssel, maakt onze unieke nationale spreiding namelijk nog sterker.” aldus Wierish Debipersad, Commercial Director bij Clear Channel Nederland.
Henk Baars, Algemeen Directeur 2C: “Deze overname van 1.200 posities in onder andere provincie Utrecht en provincie Groningen is een mooie uitbreiding van ons bedrijf. Daarnaast versterken we  hiermee onze jarenlange samenwerking met Clear Channel Nederland.” 2C, wat staat voor Concessions Company, ontzorgt overheden op het gebied van OV-meubilair. 2C werkt nauw samen met zusterorganisatie OFN. OFN voorziet overheden van OV-meubilair en plaatst en onderhoudt deze objecten. Deze kosten financiert 2C door het exploiteren van reclameruimte.

Bijenhotel (in een reclamemast) in Utrecht

Na een mede door NABB begeleidde aanbesteding selecteerde de gemeente Utrecht in 2018 Ocean Outdoor Nederland als exploitant van een nieuwe reclamemast langs de A2 (ter hoogte van The Wall). De komst van de reclamemast is ook aangegrepen om een mooie plek voor wilde bijen te maken. In een bloemenweide langs de A2 staat inmiddels de nieuwe reclamemast die tegelijkertijd functioneert als bijenhotel. Meer informatie en een film over dit project is te vinden op de volgende website: www.utrecht.nl/bijenhotel
“Bloemen en planten in en om de stad zijn belangrijk, omdat insecten en dieren zo een beter leefgebied krijgen”, aldus wethouder Openbare ruimte Kees Diepeveen. “Dit bijenhotel met daaronder een bloemenveld van 7.000 m2 is een bijzonder natuur inclusief ontwerp, dat helpt bij het beschermen van bijen en bijdraagt aan de biodiversiteit. Ik hoop dat dit idee Utrechters inspireert om ook iets voor bijen te doen. Bijvoorbeeld met meer bloemen in de tuin of op het balkon, het aanleggen van een groen dak of door het ophangen van een bijenhotel.”
Bijenhotel en bloemenweide
Rondom de 28 meter hoge mast zit een stalen honingraatstructuur met ruim 200 nestkasten voor bijen en vlinders. Ook is er een bloemenweide van 7.000 m2 aangelegd met meer dan 40 soorten inheemse bloemen, zodat de bijen makkelijk aan voedsel komen. Het bijenhotel is bedoeld voor wilde bijen, waarvan de meeste alleen leven, dus niet zoals honingbijen in een groot bijenvolk. Deze bijen zoeken stuifmeel en nectar in een straal van 200 meter van hun nestplaats. Ook zijn er open zandplekken en heuveltjes aangelegd voor de bijen die een nest in de grond maken. Een bijenexpert gaat het bijenhotel en het bloemrijke gebied monitoren om te zien welke bijensoorten er leven.
Educatie op basisscholen
Aan de komst van het bijenhotel is een educatieprogramma voor Utrechtse basisscholen gekoppeld, dat wordt verzorgd door Honey Highway. In mei en juni ontvingen meer dan 5.000 Utrechtse basisschoolkinderen werkbladen over bijen en gratis zakjes bloemzaden voor in totaal 50.000 m2 wilde bloemen. Ook kunnen zij een gratis praktijkles ‘Red de bij’ aanvragen. Tijdens deze interactieve les leren kinderen wat de verschillen zijn tussen wilde bijen, honingbijen en hommels, hoe bijen stuifmeel verzamelen en kunnen ze een bijenraat en bijenkorf bekijken.
Duurzame mast
Bij het inrichten van de stad werd gezocht naar een combinatie van functionaliteit (reclamemast, bushokje) en het vergroenen van de stad, met zorg voor dieren en het klimaat. In de aanbesteding voor deze reclamemast stelde de gemeente eisen aan duurzaamheid, circulariteit, laag energieverbruik en een zo goed mogelijke inpassing. Ocean Outdoor Nederland kwam met het innovatieve idee om een groot bijenhotel rond de mast te plaatsen. De reclamemast is gemaakt van gerecycled staal en is energiezuinig. De reclameschermen hebben ledverlichting en dimmen automatisch als het ’s avonds donker wordt en ze gaan ’s nachts tussen 01.00 – 05.00 uur uit. De nestkasten zijn gemaakt door Utrechters met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Utrecht zet zich in voor bijen
Met dit bijenhotel en de groene bushokjes wil de gemeente aandacht vragen voor de situatie van bijen. Er komen in Nederland zo’n 360 soorten bijen voor, waarvan de helft is bedreigd. In Utrecht komen ruim 70 bijensoorten voor, waaronder ook zeldzame soorten. Vorig jaar won de gemeente de European Bee Award voor onze hulp bij het beschermen van bijen met de groene bushokjes.

De groene (sedum) abri’s van Gouda worden nu geplaatst

Eerder dit jaar werd bekend dat Clear Channel Nederland de aanbesteding voor buitenreclame in de gemeente Gouda won. Het betreft een exclusieve overeenkomst met een minimale looptijd van 15 jaar. De concessie bestaat uit 230 analoge zijdes in zowel abri’s als vrijstaande panelen en uit een 16 digitale 2m² schermen. Alle oude reclameobjecten worden de komende periode vervangen voor nieuwe objecten.
Na het enorme succes van de groene abri’s in Utrecht hebben meerdere steden aangegeven ook het sedum te willen introduceren. Een van de eerste steden na Utrecht is Gouda waar alle abri’s voorzien worden van een sedum dak.
Clear Channel is begin juni gestart met de plaatsing van de abri’s en op dit moment is bijna de helft van de in totaal 75 abri’s geplaatst. Als startsein voor het gebruik van de nieuwe abri’s knipten wethouders Thierry van Vugt en Hilde Niezen van de gemeente Gouda en Managing Director Raymond van Kasterop van Clear Channel Nederland op 25 juni aan de Vuurdoornlaan een lint door.
“Na het succes van de groene daken in Utrecht worden nu ook in Gouda abri’s met groene daken geplaatst. Sedum reduceert fijnstof, bergt regenwater en bestrijdt hitte. In de zomer is een begroeid dak 30 graden koeler dan een zwart dak. Dat maakt sedum zeer aantrekkelijk in stedelijk gebied. Daarnaast vergoot het de biodiversiteit. Bijen en vlinders komen er graag op af. We zijn blij dat we op deze manier de kwaliteit van de leefomgeving vergroten en ons steentje bijdragen aan verduurzaming.”, aldus Wierish Debipersad, Commercial Director Clear Channel Nederland.
Wethouder Thierry van Vugt (stadsmarketing en welstand) is blij met de nieuwe reclameobjecten: “Deze nieuwe aanbesteding bood ons de kans om de buitenruimte in te richten met nieuwe, ‘state of the art’ voorzieningen. Hierbij is ook gelijk gekozen voor een duurzame oplossing met groene daken of zonnepanelen. En worden vijf bushokjes voorzien van AED’s. De vernieuwing zorgt dat we meer maatwerkinformatie aan inwoners en bezoekers aan de stad kunnen bieden en dat naast een plattegrond, ook de evenementenkalender en de hotspots van Gouda op een aantal digitale borden getoond worden. De nieuwe aanbesteding levert bovendien structureel extra inkomsten op.”
Wethouder Hilde Niezen (verkeer en duurzaamheid): “Groen in de stad is belangrijk. Het maakt de woonomgeving aantrekkelijk en leefbaarder. We zijn daarom heel blij met deze nieuwe bushokjes. De groene daken dragen bij aan onze ambitie om Gouda toekomstbestendig te maken. Samen met inwoners en ondernemers zet de gemeente stappen om In 2040 CO2 neutraal te  zijn. We hopen dat deze zichtbare groene daken een inspiratie zijn voor onze inwoners om ook hun dak te vergroenen.”

Kracht van de combinatie buitenreclame & radio

Qmusic en JCDecaux hebben een campagne uitgevoerd voor het fictieve Plankton Pannenkoek, waarmee deze exploitanten aangetoond hebben dat radio en buitenreclame elkaar versterken. Al na één week herinnerde 39% van de Nederlanders zich de campagne, genereerde het tot dan toe onbekende product 9% merkbekendheid en werd de website door meer dan 30.000 mensen bezocht.
JCDecaux heeft wel vaker dit soort initiatieven getoond, zo herinneren wij ons bijvoorbeeld de campagne voor Gletsi ijs en VliVlaVlo. Mooie initiatieven die de kracht van buitenreclame aantonen.
Uit het persbericht van JCDecaux en Qmusic, lees hieronder verder:
Lees meer

Rebellen tegen reclame

NABB versus Tegenlicht
Op zondag 27 april 2020 zond de VPRO een reportage uit van Tegenlicht met de titel ‘Rebellen tegen reclame’. Mijn buitenreclamehart werd een beetje geraakt, zodat er alle reden is om met een reactie te komen.
WAT WAS DE BOODSCHAP VAN TEGENLICHT:

  • Wereldwijd wordt er meer dan 600 miljard euro besteed aan reclame, maar met de opmars zou ook de afkeer groeien. Een ‘voorhoede van wetenschappers’ heeft kennelijk de strijd aangeboden tegen reclame. Een toekomst zonder reclame, kan dat wel of spreken we over een strijd van Don Quichotte?
  • Elke dag worden burgers geconfronteerd met meer dan 5000 reclameprikkels. En daar hebben wij als burgers niet om gevraagd. In andere woorden, reclame smeert ons dingen aan die we niet willen. Van de informatieve en manipulatieve functie is alleen nog het laatste overgebleven.
  • De afkeer van reclame werd met een drietal concrete voorbeelden duidelijk gemaakt:
    • In de Franse stad Grenoble had de burgemeester in zijn verkiezingsprogramma (2014 )opgenomen dat hij reclame uit de stad wilde verwijderen. Hij won de verkiezingen en hield woord: 325 billboards zijn verwijderd. Allemaal blije burgers werden geïnterviewd. De inkomsten uit reclame vormden slechts 0,1% van de gemeentelijke begroting, zodat deze beslissing makkelijk genomen kon worden.
    • In Engeland is een actiegroep actief onder de naam ‘Subvertisers International’. Met fluorescerende hesjes en sleutel van de abri/ reclamevitrine in de hand wisselen ze de reclameposters voor een alternatieve boodschap.
    • In Frankrijk is een vergelijkbare actiegroep actief die op panden vormen van anti-reclame heeft gehangen. Ook werd de reclameverlichting in winkelstraten uitgezet. Een van de actievoerders komt binnenkort voor de rechter en loopt het risico tot 2 jaar gevangenisstraf.
  • De link met Nederland werd in Tegenlicht slechts zijdelings gemaakt. In onze markt besteden adverteerders jaarlijks circa 4,6 miljard aan reclame. Bushokjes worden voorzien van sedum en zonnepanelen, maar wie betaalt deze vooruitgang? Volgens Tegenlicht betalen wij deze zelf, door de reclame. Maar wat kost het ons??

VISIE NABB:
Programma’s die zich kennelijk ‘journalistiek’ noemen, mogen ongestraft onzin verkondigen, dat op landelijke televisie uitzenden en zelfs indirect oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid (‘haal de posters maar uit de reclamevitrines’). Misschien moeten we eerst maar eens de subsidie op dit soort journalistiek opheffen.
Dat een voorhoede van wetenschappers zich tegen reclame keert, lijkt mij onjuist. Al tientallen jaren zijn er burgers (waaronder wetenschappers) die om diverse redenen tegen reclame zijn. Niets nieuws onder zon, volgens mij is er geen enkel bewijs dat de groep mensen die tegen reclame zijn, aan het groeien is. Reclame wordt niet door iedereen gewenst, dat is bekend. Maar er is ook voldoende onderzoek beschikbaar dat aantoont dat reclame ook toegevoegde waarde heeft. En ja, we kunnen ons soms vragen stellen bij de goede bedoelingen van een adverteerder zoals op de foto bij dit artikel te zien is. We denken echt niet dat een commerciële bank zich druk maakt om daklozen.
In Grenoble zijn inderdaad de billboards verwijderd. Op zich niet heel vreemd, want analoge billboards zijn in de hele wereld in snel tempo aan het verdwijnen. In Frankrijk is in de openbare ruimte de reclamedruk (aantal m2 reclame) veel groter dan in Nederland. Ter illustratie: in 2014 stonden er 325 billboards in Grenoble (160.000 inwoners), in een vergelijkbare stad qua aantal inwoners in Nederland (Amersfoort) stonden er 10. Reclame verdween echter niet uit de openbare ruimte van Grenoble. In 2018 sloot JCDecaux een nieuw contract af met de gemeente Grenoble voor de plaatsing en exploitatie van bushokjes. Met reclame.
Buitenreclame is onontkoombaar in de openbare ruimte. Net als reclame op Google, Facebook en Instagram ook niet te vermijden is. Maar we krijgen er wel veel voor terug. Een kleine opsomming van de voordelen van buitenreclame:

  • Reclame exploitanten levert straatmeubilair (zoals abri’s) en zorgen voor beheer, onderhoud en schadeherstel
  • Buitenreclame wordt ingezet voor publieke doelen (informatievoorziening, noodmeldingen – momenteel met Corona heel erg zichtbaar)
  • (Culturele) instellingen hebben de mogelijkheid om evenementen onder de aandacht te brengen. Voor de culturele sector is buitenreclame een onmisbaar onderdeel van hun marketingmix
  • Buitenreclame biedt ruimte aan bewegwijzering (plattegrondkasten, lichtmastreclames)
  • Buitenreclame kan soms ook nog een financiële bijdrage opleveren (in Nederland krijgen gemeenten jaarlijks meer dan €60 miljoen aan inkomsten). Geld dat door overheden weer gebruikt wordt voor beheer en inrichting van de openbare ruimte. Gemiste inkomsten uit buitenreclame zullen via andere belastingen toch weer aan de burgers doorbelast worden. De kosten van een gemeente veranderen niet.

Alle reden dus om buitenreclame te koesteren. Reclame is misschien niet altijd mooi, niet altijd passend, maar de voordelen wegen zwaar op tegen de nadelen.

Grote gevolgen Corona crisis op buitenreclamebranche

In tijden waar vanzelfsprekend veel aandacht uitgaat naar onze gezondheid, worden de economische gevolgen ook steeds merkbaarder (op donderdag 26 maart meldde het CPB dat de Nederlandse economie in een diepe recessie zal kunnen duiken, waarbij de economie kan krimpen met 7,7 procent). Ook de buitenreclamebranche wordt keihard getroffen.
Zoals bij elke crisis het geval is, gaan de meeste bedrijven direct bezuinigen op kosten die ze goed kunnen controleren. Mediabestedingen staan vaak bovenaan dat lijstje. Uit een rondgang van vakblad Adformatie bleek dat veel adverteerders hun geplande campagnes annuleren en terugtrekken. Evenementen kunnen in het geheel niet plaatsvinden, zodat alle campagnes hiervoor sowieso niet meer te zien zullen zijn.
Van alle mediumtypen wordt de buitenreclamebranche naar onze mening zelfs het hardst geraakt. Door de overheidsmaatregelen is het verkeer stil komen te liggen en zijn er nog nauwelijks mensen op straat. Het is voor adverteerders dus niet rendabel meer om te adverteren in de openbare ruimte. Het directe gevolg is echter dat alle buitenreclame exploitanten met onmiddellijke ingang in zeer zwaar weer terecht zijn gekomen. De overheidsmaatregelen om de crisis te verlichten zijn in eerste instantie gericht op het voorkomen van ontslagen en mensen nog een inkomen te geven, maar het totaal wegvallen van de omzet bedreigt een totale bedrijfstak.
De buitenreclame exploitanten zorgen al tientallen jaren voor een wezenlijke bijdrage aan de kwaliteit en veiligheid van onze openbare ruimte (denk bijvoorbeeld aan de abri’s). Daarnaast zijn de buitenreclame media onmisbaar voor de culturele sector en hebben gemeenten zelf ook grote baat bij de communicatiemogelijkheden. De kracht van buitenreclame hebben we de laatste weken kunnen zien door het efficiënte gebruik van digitale media om burgers te informeren over de crisis. Tot slot zorgen de diverse buitenreclame media voor tientallen miljoenen aan financiële afdrachten aan overheden en vervoersmaatschappijen. Deze afdrachten kunnen momenteel niet meer betaald worden, waarbij we zelfs helaas nog niet weten wanneer het einde van de crisis in zicht is.
Alle buitenreclame exploitanten hebben zich direct tot gemeenten gewend met het verzoek om in overleg te gaan over de effecten van de crisis. De brancheorganisatie (Outreach) heeft ook de VNG en ministeries gevraagd om mee te denken en ondersteuning te geven.
Ook NABB is van mening dat deze crisis om aanpassing vraagt van gesloten overeenkomsten. Nauw overleg tussen de gemeenten en exploitanten is noodzakelijk om gezamenlijk uit deze crisis te komen. Een faillissement van een of meerdere exploitanten zal alleen maar leiden tot nog grotere problemen.

Regels voor digitale reclame in Rotterdam

In het reclamebeleid (2007) van de gemeente Rotterdam was beperkte aandacht voor digitale reclame. De ontwikkelingen op dit gebied zijn snel gegaan, zodat er behoefte bestond om deze regels aan te vullen.  Vooral wat betreft lichthinder en verkeersonveiligheid staat nu duidelijk zwart op wit wat mag. De gemeente heeft Nadere regels voor reclame met verlichting Rotterdam 2020 gepubliceerd die via deze link te downloaden zijn. De raadsbrief 11 februari 2020 geeft een nadere toelichting.
Nieuwe digitale schermen zijn nog wel mogelijk, maar dan alleen voor bedrijven die aan hun eigen gevel reclame maken voor zichzelf. En mits ze aan alle, strengere voorwaarden voldoen.
De grote schermen leiden tot ‘een verrommeling van de openbare buitenruimte’, vinden burgemeester en wethouders van Rotterdam. Daarnaast kunnen de snel wisselende beelden en kleuren flinke lichthinder geven, zeker als je er tegenover woont en op uitkijkt, geven ze aan. Ook zijn digitale reclameborden niet handig voor het verkeer. Weggebruikers kunnen er door worden afgeleid of de schermen staan zo dat je een verkeerslicht of  verkeersbord niet kunt zien.
,,Ons college bouwt aan een aantrekkelijke en schone stad met een rustig straatbeeld. Een schone stad betekent dat de stad ook ‘voor het oog schoon en opgeruimd is en dat er rust in de openbare ruimte is. Tegen die achtergrond wil ons college de toename van digitale schermen aan de gevel met (deels) commerciële reclame voor derden een halt toeroepen en zal ons college aanvragen voor vergunningen voor deze schermen niet meer honoreren’’, laat het dagelijks bestuur weten (gepubliceerd in het AD). Die schermen passen ook niet in de ‘strakgetrokken’ stad, vindt Rotterdam: ,,In tien jaar is het centrum omgevormd tot een city lounge door onder meer heel fors te investeren in een hoogwaardige buitenruimte. In die aanpak past een rustige openbare ruimte, waarin de aandacht van voetgangers en bewoners niet opgeëist wordt door een teveel aan reclames.’’
De schermen die er al hangen en waarop ook commerciële reclame wordt uitgezonden, zoals tegenover Rotterdam Centraal, mogen blijven. De eigenaren van deze reclameborden moeten zich wel aan de aangescherpte regels voor lichthinder houden: ze moeten dimmen. ,,Technisch is dat uitvoerbaar. Digitale schermen kennen dimmers die het uitgestraalde licht op het gewenste niveau kunnen brengen.’’
Waar vestigen wij de aandacht op:
1.Nadere Regels Reclame met verlichting zijn van kracht:
Naast toetsing aan de criteria uit Hoofdstuk Reclame van de Welstandsnota wordt bij de vergunningverlening  nu ook getoetst aan de Nadere Regels Reclame met Verlichting.
Hierin staan toetsbare, heldere criteria voor lichthinder en verkeersveiligheid die ontleend zijn aan de Richtlijn Lichthinder van de Commissie Lichthinder van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingkunde (NSVV). Voor Rotterdam heeft B&W gekozen voor een verdergaande invulling waarbij “rust in de openbare ruimte” uitgangspunt is. Dat betekent dat bij nieuwe situaties/ vergunningaanvragen alleen nog statische en rustig wisselende beelden mogen worden getoond. Full motion of snel wisselende beelden worden niet meer toegestaan.
In het verleden verleende vergunningen voor digitale schermen met commerciële reclame voor derden blijven van kracht. Zij kunnen om juridische redenen niet worden ingetrokken. Wel zullen de vergunninghouders zich dienen te houden aan de van toepassing zijnde criteria voor lichthinder. Ook de huidige gemeentelijke concessies voor reclame in de openbare ruimte worden gerespecteerd.
2.Digitale schermen met commerciële reclame voor derden:
Naast de Nadere Regels is bij de toetsing ook van belang dat de reclame een rechtstreeks functioneel verband heeft met de activiteiten van het bedrijf zelf.  Volgens het Hoofdstuk Reclame van de Welstandsnota mag in principe alleen reclame voor eigen producten, diensten en programma’s worden gemaakt.  In de afgelopen jaren is een beperkt aantal vergunningen verleend voor deze digitale schermen waarbij ook sprake was van commerciële reclame voor derden (zoals enkele digitale schermen tegenover het Centraal Station). De impact van digitale schermen op de openbare ruimte was echter toen nog niet bekend. Ook hier streeft Rotterdam nu naar een aantrekkelijke en schone stad met een rustig straatbeeld. Daarom zal B&W aanvragen voor vergunningen voor schermen met gehele of gedeeltelijke commerciële reclame voor derden niet meer honoreren.
3.De interne werkwijze bij vergunningverlening:
Welstand was tot voor kort nauw betrokken bij de advisering over zowel welstand, als lichthinder en verkeersveiligheid. Vanaf nu ligt de inhoudelijke advisering op het gebied van lichthinder en verkeersveiligheid bij DCMR (lichthinder) en Mobiliteit (verkeersveiligheid). Zij worden de vaste adviseurs.

Digitale lichtmastreclames in grootste steden

In Nederland hangen meer dan 10.000 lichtmastreclames die voor veel bedrijven onmisbaar zijn voor hun herkenbaarheid. De digitaliseringsslag in de buitenreclamemarkt heeft ook dit marktsegment betreden. In een aantal grote Nederlandse steden (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Breda en Gouda) zijn naast analoge ook digitale lichtmastreclames geïnstalleerd. In Rotterdam hangen momenteel zelfs al tientallen digitale lichtmastreclames.
Voorbeeld: Rotterdam, Goudsesingel

De grootste exploitant in dit marktsegment is NPB Media en dit bedrijf heeft flink geïnvesteerd in de ontwikkeling van een moderne digitale lichtbak. Het betreft lichtbakken die qua lichtintensiteit voldoen aan de eisen van de NSVV en waarop uitingen na 6 of 10 seconden wisselen. De lichtbak is enkelzijdig, de niet-zichtzijde is dus een donker, niet opvallend vak. De lichtmastreclames worden bij digitaal gebruikt voor bewegwijzering en herkenbaarheid en kunnen ook campagnematig ingezet worden. Klik hier om een beeld te krijgen van een digitale lichtmastreclame in Rotterdam.
Volgende foto: digitale lichtmastreclame in Utrecht

 

Out of Home groeit ruim 8% in 2019

De buitenreclamemarkt (Out of Home) blijft groeien. In 2019 is de totale omzet van 12 toonaangevende bedrijven in dit segment gegroeid naar € 211 miljoen. In 2018 bedroeg deze omzet nog € 195 miljoen. Een groei dus van meer dan 8%.

De groei van digitale buitenreclame was met 34% zeer sterk. De omzet groeide van € 56 miljoen naar € 75 miljoen. Deze groei werd met name gerealiseerd door uitbreiding van het aantal digitale schermen in Nederland en een betere bezetting op de bestaande schermen. De flexibiliteit bij de inzet van digitale buitenreclame maakt dat adverteerders en bureaus het medium steeds meer omarmen en het daarmee vast onderdeel maken van de mediamix met onder andere TV en Online.

De traditionele (poster) omzet van buitenreclame daalde licht met 2,3%. Enerzijds heeft dit te maken met een stuk kannibalisatie terwijl aan de andere kant ook het aantal beschikbare vlakken licht is gedaald. De totale traditionele omzet daalde van € 139 miljoen in 2018 naar € 136 miljoen in 2019.

Dit brengt de totale verhouding tussen de traditionele en digitale buitenreclame in 2019 op 64% versus 36%. In 2018 was 71% van de omzet nog traditioneel en 29% digitaal.

Eric Kip, voorzitter Outreach is blij met de ontwikkelingen. “In navolging van wat al gebruikelijk is in andere mediakanalen hebben we in 2019 met 12 toonaangevende buitenreclame-exploitanten besloten om elk kwartaal de netto-omzetten bij een notaris te deponeren. We hebben nu de totaalcijfers van 2018 en 2019 en zien de bevestiging dat buitenreclame zich zeer goed ontwikkelt in een steeds meer gefragmenteerd medialandschap. Voor 2020 hebben we de verwachting dat de totale groei van buitenreclame ± 5% zal gaan bedragen.”

Toelichting bij de grafiek:
In de periode 2010-2017 werd de omzet van de exploitanten gerapporteerd door marktonderzoekbureau Nielsen. Niet alle exploitanten werkten aan deze rapportage mee. Vanaf 2018 wordt de omzet gerapporteerd door Outreach.

De 12 deelnemende bedrijven aan de rapportage van 2018 zijn: blowUp Media / Centercom / Clear Channel Nederland / CS Digital / Exterion Media / Hillenaar Outdoor / JCDecaux / MMD Media / Ocean Outdoor / OOHA Media / OVMedia / Schiphol Media.

Outreach is een samenwerkingsverband van de Nederlandse buitenreclame-exploitanten Centercom, Clear Channel, Exterion Media, JCDecaux, MMD Media, OV Media, Ocean Outdoor en Hillenaar Outdoor. Doel van het samenwerkingsverband is de vele, soms wat onderbelichte kwaliteiten en mogelijkheden van buitenreclame bekend te maken bij een groter publiek. Hierbij valt te denken aan de vele creatieve mogelijkheden en de veelzijdige manieren om buitenreclame in te zetten. Maar ook aan het opvallend hoge bereik en de grote effectiviteit. Dit alles aan de hand van onderzoeksresultaten en creatieve en effectieve voorbeelden uit binnen- en buitenland.

Clear Channel Nederland wint abri concessie Gouda

Ook Gouda krijgt abri’s met een sedum dak

De aanbesteding (begeleid door NABB) voor abri’s en vrijstaande reclamevitrines van de gemeente Gouda is door Clear Channel Nederland gewonnen. Het betreft een exclusieve overeenkomst met een minimale looptijd van 15 jaar. Met het winnen van de concessie Gouda voegt Clear Channel Nederland 230 analoge zijdes en 20 digitale 2m² schermen toe aan haar netwerk.

De concessieovereenkomst gaat in op 1 april en in de maanden daarna zal Clear Channel starten met de plaatsing. Het succes van de groene daken (Utrecht) vindt dus navolging in Gouda, waarbij in deze stad de daken van alle abri’s voorzien zullen worden van sedum. Daarnaast wordt een deel van de abri’s voorzien van een AED en zonnepanelen.

Clear Channel versterkt dus wederom haar commerciële marktpositie in de Randstad: na Utrecht en Leiden (waarbij RBL Outdoor de officiële concessiehouder is) heeft het bedrijf in Gouda zelfstandig ingeschreven. De huidige concessiehouder is JCDecaux.
Wierish Debipersad, Commercial Director Clear Channel Nederland meldt:

“Na de winst van concessie Leiden eerder deze maand, versterken we met winst van concessie Gouda opnieuw onze landelijke spreiding. Tegelijkertijd breiden we met het winnen van Gouda ons digitale netwerk in drukbezochte shopping areas verder uit. Het centrum van Gouda trekt jaarlijks namelijk meer dan een miljoen toeristen, waarvan meer dan 70% uit Nederland komt.”

Wethouder Thierry van Vugt, gemeente Gouda meldt:

“Deze nieuwe aanbesteding bood ons de kans om de buitenruimte in te richten met nieuwe, ‘state of the art’ voorzieningen. Hierbij is ook gelijk gekozen voor een duurzame oplossing met groene daken of zonnepanelen. En worden vijf bushokjes voorzien van AED’s. Ik ben blij dat we door de vernieuwingen onze bezoekers aan de stad nog beter informatie op maat kunnen bieden en dat naast een plattegrond, ook de evenementenkalender en de hotspots van Gouda op een aantal digitale borden getoond worden. Dit draagt bij aan de gastvrijheid die Gouda wil uitstralen.”